Towards financial resilience

Dossier
News/Events
Last edit: 7 Oct 2024
Language:
NL

Universiteit Twente heeft op dit moment financiële uitdagingen. Uit de Spring Memorandum blijkt dat het noodzakelijk is krachtig en direct bij te sturen, om als universiteit financieel gezond te kunnen blijven. Hierover hebben we je uitgebreid bericht. Het financieel gezond krijgen en houden van de UT vanuit een scherpe visie voor de toekomst, met onze krachtige waarden als uitgangspunt, heeft momenteel grote prioriteit. De opeenstapeling van uitdagingen met financiële gevolgen – stagnerende groei van studentenaantallen, de internationaliseringsdiscussie, rijksbezuinigingen en stijgende kosten – maken een stevige aanpassing van onze koers noodzakelijk. Op deze pagina vertellen we je meer over het hoe en wat.

Financiële ontwikkelingen

In de afgelopen maanden hebben we meermaals bericht over de huidige situatie en de impact die dat heeft op de UT en dit blijven we doen via nieuwsberichten op de serviceportal en deze topicpagina. Onderaan deze pagina vind je een overzicht van deze berichten.

In de komende jaren moeten we structureel verder besparen. De primaire oorzaken daarvan zijn teruglopende studentenaantallen en de verlaging van de Rijksbijdrage. Tegelijkertijd zijn er verschillende onzekere factoren voor de nabije toekomst: denk aan het debat over de internationalisering van het hoger onderwijs, maar ook aan de landelijke verkiezingen en daaropvolgende kabinetsplannen kunnen van invloed zijn op de financiering van universiteiten. Deze factoren maken een behoudende koers noodzakelijk om een duurzame en financieel gezonde organisatie in stand te houden.

De totale begroting van de Universiteit Twente in 2024 is €513 miljoen. Het grootste deel hiervan, ruim zestig procent, is afkomstig van de Rijksoverheid. Dit is de zogenaamde 'eerste geldstroom' en bestaat voornamelijk uit directe financiering voor onderwijs en onderzoek. Onder invloed van de beschreven uitdagingen, loopt de besparingsopgave in de komende jaren op, van 12 miljoen euro in 2024 tot 35,7 miljoen euro in 2029. 

Reinventing our UT

Het aanpakken van de financiële uitdagingen van de UT vraagt om een duidelijke visie: de stip op de horizon. Eerder werd de Shaping2030 missie aangescherpt en nu is er een position paper geformuleerd. Reinventing our UT maakt duidelijk waar onze sterktes liggen, welke uitdagingen er liggen en wat dat betekent voor ons onderwijs, onderzoek en valorisatieactiviteiten. Het geeft richting aan de keuzes die we nu en in de toekomst (moeten) maken.

PRIORITEITEN STELLEN

We maken onze keuzes voor de komende jaren rond drie prioriteiten:

  • Studenteninstroom op peil houden

    Een thema dat in 2024 veel aandacht zal vragen, is het op peil houden van de studentenaantallen. Het aantal Nederlandse scholieren dat een VWO-diploma haalt, daalt licht als gevolg van demografische ontwikkelingen. Bovendien kiezen steeds minder leerlingen voor een bètatechnisch profiel. Een aantal opleidingen zal daar mee te maken krijgen, aangezien zo’n afstudeerprofiel nodig is om een technische universitaire opleiding te kunnen doen.

    En omdat de uitwerking van de landelijke discussie over internationalisering mogelijk leidt tot nieuwe barrières voor internationale studenten, zien we het risico dat er in de komende jaren minder internationale studenten voor een opleiding aan de UT zullen kiezen.

    Het is van belang de instroom in ieder geval op het huidige peil te houden. Dat is een realistisch perspectief, maar vraagt wel de nodige inspanningen. Binnen alle eenheden zal in het komend jaar meer aandacht nodig zijn om onze aantrekkingskracht als universiteit te vergroten. Een concreet voorbeeld van een recent ingezette actie is dat we onze aandacht meer richten op de regio’s in het westen van het land, omdat daar een groot potentieel ligt.

  • Toekomstbestendig maken van het onderwijs

    Het tweede speerpunt is het toekomstbestendig maken van het onderwijs. We kijken daarbij in het bijzonder naar kansen en mogelijkheden om de uitvoering van ons onderwijs efficiënter en effectiever te maken. Dit heeft reeds prioriteit gezien de werk- en prestatiedruk die collega’s en studenten ervaren, en is ook relevant in relatie tot de financiële situatie van de UT. Zo zullen we onder andere de praktische uitvoering van ons Twents Onderwijsmodel (TOM) evalueren. Principes als project-based en challenged-based learning staan niet ter discussie, maar we kijken wel hoe de uitvoering beter kan worden afgestemd op de behoeften van studenten, docenten en de UT als geheel. Dat moet de duurzaamheid van (met name) ons bacheloronderwijs ten goede komen.

    Ook blijven we stevig inzetten op Lifelong Learning (LLL), omdat we zien we er een grote maatschappelijke vraag naar is. En met onze expertise in zowel wetenschap als in de praktijk kunnen we daar een belangrijke rol in spelen. Vanuit financieel oogpunt is dit een belangrijke ontwikkeling die bijdraagt aan de robuustheid van de universiteit als kennispartner voor de samenleving. UT-breed moet er goede ondersteuning komen voor deze vorm van onderwijs, zodat faculteiten de kansen er van optimaal kunnen gaan benutten. Hierin werken we nauw samen met diverse partners binnen en buiten de universiteit.

  • Vergroten inkomsten uit tweede en derde geldstroom

    In 2024 zetten we nog meer dan voorheen in op het vergroten van inkomsten uit activiteiten in opdracht van derden, omdat dit een positief effect heeft op de universiteit als geheel. Het gaat dan bijvoorbeeld om gesubsidieerd of contractonderzoek. Er lijkt ruimte om de inkomsten uit deze activiteiten te vergroten, zo laten vergelijkingen met andere universiteiten zien.

    Het vraagt echter wel een flinke gezamenlijke inspanning van de faculteiten, diensten en wetenschappelijke instituten om het inverdienvermogen blijvend te vergroten. Zij gaan met elkaar aan de slag om hun slagkracht te vergroten en meer focus in hun activiteiten en de ondersteuning daarvoor aan te brengen. Daarmee kunnen kansen om innovatief onderzoek te verrichten voor derden nog beter worden benut.

Maatregelen die we nemen

In 2022 heeft de UT meer uitgegeven en geïnvesteerd dan er aan financiering binnenkwam. Dat was een bewuste keuze, want met het oog op de toekomst zijn verschillende investeringen noodzakelijk. Ook begrootten we een tekort in 2023 en de begroting van 2024 mikt tevens op een negatief resultaat. In 2025 mag dat tekort maximaal één procent zijn. En in 2026 willen we dat inkomsten en uitgaven volledig in evenwicht zijn. Daarna zullen we weer positieve resultaten moeten boeken om het eigen vermogen aan te vullen tot het niveau dat nodig is voor een financieel gezonde en veerkrachtige organisatie.

Het financiële vraagstuk vraagt om keuzes en maatregelen voor de korte termijn. Daarbij bouwen we voort op de keuzes die we voor dit jaar al hebben gemaakt.

  • Onderwijskwaliteit staat voorop

    De Universiteit Twente werkt in de komende periode de keuzes en maatregelen die voortvloeien uit de begroting verder uit. In ons eerdere nieuwsbericht lees je meer over de belangrijkste prioriteiten daarbij. De uitgangspunten zoals geformuleerd in het visiedocument Shaping2030 blijven leidend.

    Het op peil houden van de kwaliteit van het onderwijs heeft grote prioriteit. In de landelijke vergelijkingen zoals de Nationale Studenten Enquête scoort de UT de afgelopen jaren steevast bij de beste universiteiten. De UT wil die leidende positie in studentwaardering behouden en blijven versterken. Dat vraagt om prioriteit in de inzet van medewerkers, maar ook de inzet van middelen voor het behoud van onderwijsfaciliteiten in de breedste zin.

  • Toekomstbestendige keuzes

    Ook wordt bij het vervolg nadrukkelijk gekeken naar de toekomstbestendigheid van keuzes: zijn deze in lijn met onze visie? Draagt het bij aan onze langetermijndoelen en bouwt het op een goede manier voort op wat we hebben bereikt in het verleden?

    Ook werken we aan de weerbaarheid van onze organisatie, om in de toekomst goed te kunnen inspelen op veranderingen. De huidige financiële situatie en het perspectief voor de toekomst, bijvoorbeeld als gevolg van dalende studenteninstroom vragen om wendbaarheid en flexibiliteit. Ook dat vraagstuk zullen we de komende tijd, samen met de diensten en faculteiten, veel aandacht geven.

  • Actieve sturing en monitoring

    Het realiseren van de voornemens zoals geformuleerd in de begroting vraagt om actieve sturing op alle niveaus. Zowel op het niveau van de universiteit als op het niveau van de faculteiten en diensten zal het monitoren van de voortgang een belangrijke rol innemen zodat tijdig bijgestuurd kan worden door CvB, faculteitsbesturen en dienstdirecteuren, wanneer de situatie daarom vraagt. De medezeggenschapsorganen, zoals de Universiteitsraad en de faculteits- en dienstraden, zullen elk op hun domein het gesprek hierover kunnen voeren. Op die manier borgen we samen dat we een realistische koers inzetten, die leidt tot wat we beogen en beperken we ongewenste neveneffecten.

In 2023 hebben we de koers naar een langdurig positief resultaat al ingezet met maatregelen zoals vermindering van het huisvestingsbudget, het beperken van nieuwe vacatures en externe inhuur en in maart van 2024 informeerden we je over de start van de zogeheten Building Blocks. Niet alle Building Blocks leiden tot een besparing of zullen op korte termijn effect hebben. We schatten in dat we in 2025 11 miljoen euro kunnen besparen. Dat kan oplopen tot 31 miljoen euro in 2029. Verder op deze pagina vind je een overzicht van de Building Blocks inclusief een korte omschrijving.

Daarbij zullen we zoveel mogelijk besparen op het Centraal Strategisch Budget en volgen er nog een aantal kleinere strategische besluiten. Iedere dienst en faculteit heeft ook een eigen taakstelling gekregen. Het is aan de faculteitsbesturen en het management van de diensten om daar, passend bij de dienst of faculteit, deze zomer zelf invulling aan te geven. In september moet duidelijk worden of de eenheden de taakstelling weten in te vullen of dat een organisatiewijziging dan wel reorganisatie bij één of meerdere eenheden nodig is.

Acute maatregelen

Naast de geschetste maatregelen die vanaf 2025 effect zullen hebben, is het noodzakelijk om aan aantal acute (tijdelijke) maatregelen te nemen:

Faculteiten en diensten zijn gevraagd de impact van deze ingrijpende maatregelen in kaart te brengen en een voorstel uit te werken hoe deze maatregelen zo snel mogelijk uitgevoerd kunnen worden met inachtneming van bestaande procedures en afspraken. Waar het effect heeft op specifieke medewerkers of studenten, communiceren we daarover eerst direct met de betrokkenen. 

Building Blocks fase twee

De Building Blocks zijn begonnen als een set van 20, strategische en operationele maatregelen die de UT helpen financieel gezond te worden en te blijven. Inmiddels hebben alle Bouwstenen stappen gezet om hun opdracht te realiseren, variërend van beheer van registratie van vakantiedagen tot advies over effectieve besluitvorming. Daarmee is het tijd voor een nieuwe fase. Onderdeel van deze tweede fase is het clusteren van de Bouwstenen rond vijf thema's, gezien de inhoudelijke samenhang van deze Bouwstenen. hieronder vind je de vijf clusters met hun Building Blocks.

  • Futureproof Education
    • 1. Taskforce Instroom

      Het team werkt op een agile manier, samen met de betreffende collega’s uit de faculteiten en diensten, aan het verhogen van de studenteninstroom van Bachelor en Master studenten. Concrete verbeteringen worden samen gerealiseerd op het gebied van bijvoorbeeld de preboarding  (het aanmeldproces), scholenvoorlichting en het optimaliseren van de wervingswebsite. Ook worden er nieuwe wervingsacties opgezet, zoals de actie gericht op ouders van potentiële studenten.

      De eerste effecten verwachten we te zien bij de instroom 2025/2026.

      Lead: Joost Steppé

    • 2. Toekomstbestendig bachelor- en masteronderwijs vanuit organisatorisch perspectief

      De opdracht van deze Building Block bestaat uit een kwalitatief en financieel deel. De eerste stap is om kosten van ons onderwijs inzichtelijk te maken. Op basis van een GAP analyse bekijkt het team, met Tanya Bondarouk, Lieke Schreel en S&P collega’s, vervolgens welke vervolgstappen nodig zijn om met de faculteiten, een concreet voorstel voor toekomstig bestendig onderwijs dat bijdraagt aan een sterk profiel van de UT.

      De inventarisatie wordt eind augustus opgeleverd. De GAP analyse vindt plaats in oktober. Vanaf oktober vinden in nauwe samenwerking met de faculteiten de vervolgstappen plaats.

      Lead: Tanya Bondarouk

    • 3. Nieuwe studieprogramma's - Focus in Impact Portfolio's

      Deze Building Block is ingehaald door de tijd: gezien de huidige omstandigheden start de UT geen nieuwe opleidingen, afgezien van de opleidingen die al in de opstartfase zitten of in de planning om te starten. De opdracht is daarom veranderd in “ herziening huidige opleidingen”. In nauwe samenwerking met Building Block Future Proof Education en BB Influx ontwerpt dit Building Block een kader voor ons toekomstig onderwijs Deze Building . Denk hierbij aan de behoefte van (potentiële) studenten, bijdrage aan de impactdomeinen van de UT, kosteneffectiviteit, etc. Tevens wordt gekeken hoe we dit proces beter binnen onze organisatie kunnen stroomlijnen met als doel om meer focus in ons onderwijsprofiel aan te brengen en de kwaliteit te verhogen.

      Lead: Tom Veldkamp

    • 8. Levenlang Leren

      Leren is steeds meer een doorlopend proces geworden. De grote, continu veranderende maatschappelijke uitdagingen vragen om professionals die bij blijven op hun vakgebied. Deze doorlopende lerende houding is onderdeel van het DNA van de UT. Het is dan ook onze ambitie om professionals te equiperen om met een High Tech Human Touch aanpak te werken aan de maatschappelijke vraagstukken. Binnen de UT lopen al verschillende initatieven. Daarnaast heeft het kwartiermakersteam Levenlang Leren een plan opgeleverd dat momenteel wordt uitgevoerd. De focus ligt nu op het bij elkaar brengen van de verschillende initiatieven en opzetten en professionaliseren van zowel administratieve als inhoudelijke kant van Levenlang Leren. De business case wijst uit dat Levenlang Leren op termijn winst gaat opleveren en dat het voor de UT sowieso een essentieel is om verder in te groeien.

      Meer informatie op de topicpagina Lifelong learning

      Lead: Freek van der Meer

  • Future proof Research & Innovation
    • 4. Fondsenwerving verhogen uit indirecte en contractfinanciering

      De financiering uit onze tweede en derde geldstroom (subsidies voor onderzoek en strategische samenwerkingen met bedrijfsleven) moet omhoog. De Building Block focused onder andere op het stimuleren van mensen om hier meer ondernemend in op te treden door bijvoorbeeld het organiseren van research weken. Concreet is inmiddels een richtlijn uitgegaan met betrekking tot de dekkingsbijdrage. Door deze hoger te leggen verhoogt de UT haar inkomsten. Daarnaast worden contracten sneller doorgevoerd en beter gemonitored.

      Lead: Geert de Wulf

    • 5. Focus in onderzoek op impactportfolio's

      Verdere uitwerking volgt.

    • 6. Beoordeling van strategische impulsprogramma's van de UT

      Deze Building Block wordt samen opgepakt met de opdracht van Building Block 11: Assesment of interfaculty units. Onderzocht wordt op welke onderdelen de faculteiten meer samen kunnen werken om dubbele kosten te voorkomen en hoe de strategic impulse programmes (SIP’s) slimmer ingezet kunnen worden.

      Eerste besparingen zijn inmiddels gerealiseerd doordat we een aantal contracten met extern ingehuurde experts hebben kunnen stoppen. Beoogde besparing is M€ 3 in het CSB (Centraal Strategisch Budget).

      In september adviseert het Strategisch Beraad het CvB over deze Building Blocks.

      Lead: Geert Dewulf

  • Towards an effective and efficient research infrastrtucture
    • 7. Effectiever gebruik van onderzoeksinfrastructuur

      Doel is het versterken van de onderzoeksinfrastructuur van de UT, waardoor de UT een aantrekkende kracht heeft op bedrijven, studenten en onderzoekers waarmee men op de langere termijn hogere opbrengsten kan genereren door onderzoeksgeld, subsidie en onderwijsgeld.

      Eerste stap is het inventariseren wat er binnen de UT aan infrastructuur aanwezig is om vervolgens vast te kunnen stellen wat er nodig is om de infrastructuur te versterken. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan meer samenwerken waardoor besparingen mogelijk gemaakt kunnen worden.

      Lead: Hans Hilgenkamp

  • Innovation Ecosystem
    • 11. Evaluatie van interfacultaire eenheden

      Door de jaren heen zijn er bij de UT verschillende interfacultaire units opgericht, waarvan University College Atlas, Honours programmes, het Design lab, TGS en Studium Generale een paar voorbeelden zijn. Binnen een interfacultaire unit participeren verschillende faculteiten, iedere unit met een concrete opdracht. Dit Building Block inventariseert hoeveel de UT op dit moment investeert in de units, welke resultaten de units neerzetten en welke mogelijkheden er zijn om dit efficienter te organiseren.

      Deze informatie bespreekt het SB in september om tot een advies aan het CvB te komen hoe verder te gaan met de interfacultaire units.

      Lead: Geert Dewulf

    • 6. Beoordeling van strategische impulsprogramma's van de UT

      Deze Building Block wordt samen opgepakt met de opdracht van Building Block 11: Assesment of interfaculty units. Onderzocht wordt op welke onderdelen de faculteiten meer samen kunnen werken om dubbele kosten te voorkomen en hoe de strategic impulse programmes (SIP’s) slimmer ingezet kunnen worden.

      Eerste besparingen zijn inmiddels gerealiseerd doordat we een aantal contracten met extern ingehuurde experts hebben kunnen stoppen. Beoogde besparing is M€ 3 in het CSB (Centraal Strategisch Budget).

      In september adviseert het Strategisch Beraad het CvB over deze Building Blocks.

      Lead: Geert Dewulf

  • Effective support processes
    • 9. Toetsing van strategische samenwerkingsverbanden

      Welke strategische samenwerkingen hebben we nodig om ons profiel te versterken? Dat is waar het binnen deze Building Block om draait. Hiervoor zijn verschillende elementen van belang zoals onze gewenste reputatie, ons onderwijs- en onderzoeksprofiel als ook een overzicht van onze huidige strategische partners. In het CvB van 8 juli is een model uitgewerkt aan de hand waarvan strategische keuzes gemaakt kunnen worden. Met dit kader kunnen we gerichter talent binden, studenten werven en partners voor onderzoeksaanvragen. Hiermee ondersteunt dit Building Block anderen Building Blocks, zoals verhogen 2e en 3e geldstroom en influx.

      Op basis van het model is het aantal strategische partnerships teruggebracht van vijf naar drie, te weten: Universiteit van Munster, University of Waterloo en Universiteit Tecnológico de Monterrey. 

      Lead: Freek van der Meer

    • 10. Een meer agile manier van werken ontwikkelen

      De huidige financiële situatie vergroot de urgentie om wendbaar te zijn als organisatie. Meerdere veranderingen zijn nodig om als organisatie effectiever en efficiënter te zijn. In deze Building Block wordt gekeken naar wat ons op dit moment tegenwerkt om te veranderen en wat er aan randvoorwaarden verbeterd kan worden om gezamenlijk een meer agile way of working te omarmen. Denk hierbij aan besluitvorming, systemen, processen en meer samenwerking.

      In September wordt een voorstel aangeboden aan het Strategisch Beraad waarin meerdere scenarios zijn uitgewerkt.

      Lead: Bart Koopman

    • 12. Optimaliseren administratieve processen

      Hierin wordt gewerkt aan het synchroniseren van administratieve processen om efficiënter te werken. Met de systemen AFAS, Proactis en Unit4 zijn eerste stappen gezet om UT-brede systemen en bijbehorende processen te implementeren. Het meer synchroniseren zorgt voor een meer gestandaardiseerde manier van rapporteren die direct ook beter inzicht geeft in mogelijke besparingen ten aanzien van inzet, kosten, uren etc.

      Lead: Mert Alberts

    • 13. Verminderen van extern tijdelijk personeel

      Binnen de UT huren we zowel in faculteiten als bij diensten externe krachten in. Hier vallen ook de Student Jobs onder. Dit is een grote kostenpost voor de UT. Vanuit HR en Finance wordt, in samenwerking met de faculteiten en diensten, gekeken waar het werk ook zonder externe inhuur zou kunnen om op die manier al een snelle besparing te maken. Deze building Block jaagt aan en signaleert, maar de besparingen komen vervolgens uit de eenheden zelf.

      Inmiddels is een (tijdelijk) stop op inhuur van studenten en externen afgekondigd door het CvB.

      Lead: Dennis van Zijl

    • 14. Een gezond evenwicht bereiken tussen ondersteunend en academisch personeel

      De UT heeft verhoudingsgewijs aanzienlijk meer ondersteund personeel in dienst dan andere Nederlandse universiteiten. Om hier een gezondere balans in te krijgen hebben de diensten al een procedure ingericht om gezamenlijk te bepalen of vacatures ingevuld kunnen worden. Daarnaast brengt dit Building Block samen met de faculteiten in kaart hoeveel ondersteunend personeel op welke functies zit. Dit gebeurt op zowel faculteitsniveau, faculteitsoverstijgend niveau en UT-breed. Uit een eerste analyse blijkt dat met name bij onderwijs het aandeel OBP sterk is toegenomen als gevolg van extra wet- en regelgeving de afgelopen jaren. Hier lijken efficiencyslagen mogelijk. Afronding van de inventarisatie vind in de zomr plaats. Het onderwijsproces wordt samen met de Building Block Future Proof Education opgepakt.

      Lead: Mariska Giessen en Hans Oeloff

    • 15. Inzicht vergroten via dashboards en BI-studio versterken

      Data helpen de UT om inzichten te verkrijgen. Op dit moment worden op verschillende plekken in de organisatie data bijgehouden. Om conclusies uit data te kunnen halen is het hebben van één betrouwbare databron essentieel. In deze Building Block schets enerzijds de benodigde data governance structuur om dit te realiseren, anderzijds welke data nodig zijn om de faculteiten en de UT betere inzichten te geven en daarmee betere sturingsmogelijkheden . Deze Building Block levert zelf niet een directe besparing op, maar zorgt dat we voortgang op andere besparingen kunnen monitoren en bijsturen. Door betere inzicht in verschillende onderwijs-, onderzoeks en bedrijfsvoering data kan de UT beter sturen op mogelijke besparingen.

      Het voorstel van de Building Block staat geagendeerd voor het UCB in september.

      Lead: Derek-Jan Fikkers

    • 16. Verdere ontwikkeling van HR-programma's

      Op basis van de huidige uitdaging binnen en buiten de UT is het noodzaak dat leidinggevenden en teams zich versterken. HR ontwikkelt Masterclasses om op basis van het leiderschapsframework, leidinggevenden te versterken in hun managementskills, Onderwerpen zoals Finance, Social Safety, en leiderschapscommunicatie komen hier aan bod. Tevens wordt er een aanbod gecreëerd waar leidinggevenden met hun team gebruik van kunnen maken in het kader van teamontwikkeling. Dit aanbod is reeds gereed en aangeboden na de Strategiedag voor Hoger Management op 15 februari via https://www.utwente.nl/en/ctd/Workshops/. Next step is dit aanbod integreren in het reguliere aanbod van de UT voor teams.

      De leiderschapstrainingen starten na de zomervakantie.

      Lead: Hans Oeloff

    • 17. Verlofuren optimaliseren

      Binnen de UT zijn er veel collega’s die hun verlofuren niet opnemen. Dit heeft niet alleen impact op hun well-being. De verlofuren hebben ook een financiële waarde waar de UT een reservering voor op moet nemen om bij bijvoorbeeld vertrek de dagen uit te betalen. Op dit moment gaat het om een bedrag van 23 miljoen euro. Op jaarbasis wordt 1,8 miljoen uitgekeerd aan vertrekkende collega’s. Het doel van deze Building Block is om medewerkers bewust te maken van het belang om vakantie te nemen, maar ook de financiele consequenties voor de UT van het niet registreren van verlof. Concrete acties zijn:

      • registratie binnen AFAS en Unit4 aan elkaar koppelen zodat slechts op één plek geregistreerd hoeft te worden;
      • aanvullende verlofregelingen ontwikkelen;
      • medewerkers informeren over de richtlijnen rondom verlof;
      • leidinggevenden krijgen maandelijks een overzicht om te monitoren en waar nodig overschot aan vakantie-uren te bespreken met de betreffende medewerkers.

      Anderhalf jaar geleden zijn de eerste acties uitgezet om het gereserveerde verlof te verminderen. Dit heeft er inmiddels toe geleid dat 20% meer verlof wordt geschreven. Deze Building Block wordt na de zomervakantie afgerond door HR ingebed in de reguliere bedrijfsvoering en planning & control cyclus.

      Lead: Hans Oeloff

    • 18. Beoordeling van licenties

      De UT beschikt over een grote hoeveelheid licenties. Een deel hiervan wordt nauwelijks gebruikt terwijl hier wel (hoge) kosten tegenover staan. Voor andere licenties zijn er mogelijk interessantere alternatieven. Dit Building Block richt zich op het verminderen van alle licenties binnen de UT korte termijn resultaat is het daadwerkelijk terugdringen van het aantal licenties en dubbelingen er uit te halen. Daarnaast richt de Building Block zich op het vergroten van de bewustwording binnen de UT om verantwoord met licenties om te gaan.

      Lead: Mert Alberts

    • 19. Reiskosten beperken

      Aanleiding voor deze Building Block is een mogelijke besparing van 325.000 euro indien reizen met de NS business Card voor dienstreizen wordt omgezet van eerste naar tweede klas.  Besloten is om dit breder te trekken en het hele reiskostenbeleid door te lichten, in nauwe afstemming met het mobiliteitsbeleid vanwege de grote overlap. Hiervoor is een eerste analyse uitgevoerd, op basis waarvan de projectroep bestaande uit vertegenwoordigers van CFM, HR en FIN na de vakantie concrete acties verder uitwerken.

      Lead: Hans Oeloff

    • 20. Vergroten mobiliteit van onderwijzend personeel

      Met deze Building Block willen we talenten en capaciteit van medewerkers beter benutten en daarmee werkdruk beter verdelen en het aantal vacatures te verminderen. Om een match te kunnen maken is het nodig te weten wie waar beschikbaar is en waar diegene voor in te zetten zijn. HR kijkt hiervoor naar verschillende ‘Skill Matching iniatives’, feedback mechanismen en mogelijke integratie met strategische personeelsplanning.

      Lead: Hans Oeloff

Wat merk je ervan?

De financiële situatie van de UT heeft invloed op ons dagelijks werk. Soms UT-breed, bijvoorbeeld in serviceniveaus voor specifieke diensten. Maar ook op het niveau van specifieke dienstonderdelen, faculteiten of wetenschappelijke instituten kunnen keuzes effect hebben. Waar nodig informeren zij je verder over de keuzes en consequenties. Sommige plannen moeten nog verder uitgewerkt worden en zullen de komende weken en maanden vorm krijgen.

De financiële situatie is een onderwerp van discussie binnen onze gemeenschap, wat begrijpelijk is omdat het voor iedereen gevolgen kan hebben. Soms zullen er maatregelen genomen moeten worden die pijnlijk kunnen zijn, maar noodzakelijk in de huidige situatie. We begrijpen heel goed dat de huidige situatie onzekerheid met zich mee kan brengen. Als je je zorgen maakt of vragen hebt, bespreek dit dan in je team, met je leidinggevende of met de HR-afdeling van je eenheid.

Hoewel we ons best doen om alle informatie zo duidelijk en toegankelijk mogelijk aan te bieden, kunnen we ons voorstellen dat je vragen hebt. Stuur ons een email, zodat we je kunnen helpen. Ook staan we open voor verdere suggesties over dit onderwerp.

Specifieke informatie voor diensten en faculteiten

Indien beschikbaar vind je hieronder specifieke informatie uit je dienst of faculteit (indien beschikbaar). Hiervoor dien je ingelogd te zijn.

Hieronder vind je een overzicht van alle recente nieuwsberichten over dit onderwerp.

Updates

My favorites

About My Favorites
Use the Bookmark this page button on Service Portal pages to add that page to the My Favorites section. To add web applications, use the star icon in the webapplication list. To add pages outside the Service Portal, use the Add custom bookmark button above. Add your favorite apps to your bookmarks by using the favorite button

Please wait a moment...