Vorige week is de nieuwste managementrapportage besproken met het College van Bestuur. Deze rapportage geeft inzicht in de financiën van de UT over de periode van 1 januari tot en met 31 oktober 2023. Gegeven de huidige financiële situatie, waarover we eerder schreven, is dit een belangrijke graadmeter om te zien hoe we er voor staan.
De UT verwacht aan het eind van het jaar een negatief resultaat van 8,7 miljoen euro. Dit is gunstiger dan verwacht bij het vaststellen van de begroting aan het begin van het jaar. Toen werd nog een resultaat van minus 15,5 miljoen euro geprognosticeerd. Het feit dat het resultaat gunstiger is dan begroot komt door een aantal incidentele meevallers. Het verwachte operationele resultaat is minus 26 miljoen euro. Dat ligt dichterbij de begroting, maar is minder dan waarop is gestuurd.
Incidentele meevallers
Het wat positievere resultaat is vooral het gevolg van een aantal incidentele meevallers. Zo zijn de uitgaven aan energielasten lager door dalende energieprijzen, minder verbruik en compensatie van het Rijk. Dat betekent een voordeel van bijna vier miljoen euro. Ook ontvangt de UT meer rente over de gelden die uitstaan bij de bank als gevolg van de hogere rentestand (3,1 miljoen euro meer dan aan het begin van het jaar begroot). Een andere grote meevaller is een terugbetaling door de Belastingdienst voor btw betaald over de periode 2016-2021. Dit levert 1,1 miljoen euro meer op dan eerder verwacht.
Operationeel resultaat
Het resultaat van de structurele inkomsten en uitgaven lijken aan het eind van het jaar dicht bij het verwachte resultaat te liggen. We verwachten dat we het uiteindelijk zo’n 375 duizend euro beter doen dan begroot.
We zijn blij dat we het beter doen dan begroot, maar willen benadrukken dat het noodzakelijk blijft om ook in de komende periode strak te sturen op het vergroten van inkomsten en beperken van uitgaven, zodat we onze financiële weerbaarheid op peil houden.
Bijsturing
Gedurende 2023 hebben we ingezet op bijsturing voor een zo goed mogelijk operationeel resultaat. Dit is nodig gelet op de financiële uitdagingen die ons in de komende jaren nog staan te wachten, bijvoorbeeld vanwege het achterblijven van studentengroei. Gestegen kosten en andere invloeden maakten het behalen van onze financiële doelstellingen moeilijker dan eerder gedacht. Dat was ook de aanleiding om samen met diensten en faculteiten te kijken naar mogelijkheden om uitgaven wat te beperken en inkomsten te vergroten. Dat blijven we ook in de komende periode actief doen.
