Het International Network on Gender and Sustainable Energy (ENERGIA) en het Britse Ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking, DFID, hebben een overeenkomst getekend waarin ze afspraken maken over kennisontwikkeling en bewustwording over de invloed van energietoegankelijkheid, of het gebrek daaraan, op meisjes en vrouwen in ontwikkelingslanden. Joy Clancy, universitair hoofddocent Technology Transfer aan de UT en projectleidster van het onderzoek: “Vrouwen en mannen gebruiken energievoorzieningen vaak anders, profiteren er op een andere manier van en worden er op een andere manier door beïnvloed, sociaal en economisch. Wij willen graag zowel de publieke als private sector aantonen dat het genderpersectief van waarde is voor alle sectoren en stakeholders.”
In de overeenkomst stelt DFID voor de jaren 2014 - 2019 £ 4,5 miljoen pond beschikbaar aan ENERGIA. De middelen zijn bedoeld voor onderzoek, het verzamelen en beschikbaar stellen van gegevens, en het vergroten van het publieke bewustzijn van het belang van energietoegankelijkheid voor meisjes en vrouwen. Dit alles is geheel in lijn met de inzet van DFID voor het project Sustainable Energy for All. Doel van het onderzoeksprogramma is om over de effecten van beperkte energietoegankelijkheid voor meisjes en vrouwen wetenschappelijke gegevens te verzamelen en te analyseren, en deze vervolgens te vertalen in energiebeleid en aanbevelingen in het kader van het project.
Dr. Joy Clancy van de vakgroep CSTM aan de UT gaat het onderzoek leiden. Clancy: “Dezelfde energiebron kan een heel andere invloed op mannen en vrouwen hebben, en heel andere sociale en economische gevolgen. Er is echter weinig onafhankelijk en empirisch bewijs voor deze uiteenlopende effecten. Wij denken dat we met betrouwbare gegevens niet alleen beleidsmakers, maar ook partijen in de markt ervan kunnen overtuigen dat het genderperspectief van waarde is voor alle sectoren en stakeholders."
Onderzoek op vijf gebieden
Het onderzoek richt zich op vijf gebieden: electrificatie door middel van netwerksystemen en decentrale voorzieningen; productief energiegebruik; de politieke economie achter de dynamiek in de energiesector; hervormingen in de energiesector; de rol van de markt in het vergroten van energietoegankelijkheid. Ieder onderzoeksthema zal antwoorden opleveren op kernvragen als: Wat zijn de effecten van energietoegankelijkheid voor meisjes en vrouwen? Leidt een aanpak op basis van gender eerder tot een versterking van de positie van meisjes en vrouwen dan traditionele benaderingen van de energiesector dat doen? Heeft energietoegankelijkheid van door vrouwen geleide ondernemingen een positief effect op armoedebestrijding? Worden vrouwen disproportioneel benadeeld ten opzichte van mannen door hervormingen in de energiesector? En Welke businessmodellen voor het vergroten van energietoegankelijkheid dragen bij aan de versterking van de positie van vrouwen?
Versterking positie van vrouwen
ENERGIA en DFID gaan ervan uit dat de resultaten van het onderzoek zullen bijdragen aan doeltreffender beleid en effectiever projectmatig ingrijpen in energietoegankelijkheid, een versterking van de positie van vrouwen en een meer gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Het onderzoek van Joy Clancy maakt deel uit van het onderzoeksinstituut IGS van de Universiteit Twente.
