Met zijn master informatica op zak, behaald aan de Universiteit Twente in 1995, trok Mark Moll op avontuur. Wat begon met een mooie PhD-positie bij Carnegie Mellon University in Pittsburgh, is uitgegroeid tot een bijzondere functie bij Rice University in Houston. Daar werkt hij met onderzoekers van NASA aan een nieuwe robot voor het ISS. Afgelopen vrijdag was hij even terug op de campus.
SAMENWERKING
Eén van de redenen van het bezoek van Mark Moll (43) was om te bekijken of er wellicht op verschillende terreinen samengewerkt kan worden. “Samenwerking ligt niet direct voor de hand, maar er is zeker wel interesse om te kijken wat we samen kunnen doen. Of het nu gaat om studenten, aio’s of misschien wel gezamenlijk onderzoek, daarvoor moeten we uitzoeken op welke gebieden we elkaar kunnen versterken. We doen allemaal heel gespecialiseerd werk, maar er zijn altijd interessante raakvlakken. Die verkennen we nu”, aldus Moll.
Sinds 2002 is Mark Moll verbonden aan de Rice University in Houston, Texas. De universiteit ligt direct naast het Texas Medical Center, het grootste medisch centrum in de wereld. De veelheid aan experimentele data beschikbaar van het centrum is een belangrijke input voor het werk van Moll. Met zijn onderzoeksgroep richt Moll zich op twee disciplines:
- Robotica, motion planning en dan meer de softwarematige kant. Rice University staat aan de wieg van één van de meest gebruikte software binnen de robotica-wereld en behoort daarmee tot de voorlopers in het veld.
- Computationele biologie, waar de onderzoekers zich richten op het ontwerp van nieuwe medicijnen.
NASA
Eén van de meest in het oog springende projecten waar Moll met onderzoekers van NASA aan werkt, is een nieuwe robot voor het International Space Station (ISS). De samenwerking is pas begonnen en de uitdaging is een robot die allerlei taken kan verrichten in het ISS. Momenteel doen astronauten dat, maar robots zouden routineklussen als airflow meten of onderhoud plegen ook moeten kunnen doen. In eerste instantie alleen binnen het station, maar later ook daar buiten. Dat zou een enorme winst zijn omdat het naar buiten sturen van astronauten een enorme impact heeft. Moll: “Als een robot dat zou kunnen doen zou dat geweldig zijn.”
“De lat ligt hoog”, ziet Moll, “NASA wil alleen echt robuuste oplossingen.” Werken voor het ISS brengt tegelijkertijd veel nieuwe uitdagingen met zich mee. “Er zijn allerlei extra beperkingen door de ruimte, bestaande algoritmes kunnen daar niet mee omgaan.”
LEO ROBOTICS
Moll gaf tijdens zijn bezoek een actualiteitencollege, liet zich informeren over de onderzoeken en faciliteiten van de Universiteit Twente. Zo gaf Jan Broenink een kleine rondleiding door het Robotics and Mechatronics Lab (foto). Ook schoof Moll even aan bij het team van LEO Robotics. Het doel van het onlangs opgerichte Center voor Service Robotics is om innovatie en business development op het gebied van robotica te stimuleren. Daarbij wordt nadrukkelijk de samenwerking met het bedrijfsleven gezocht. Partijen als Demcon en Het Roessingh doen mee, recentelijk sloot ook Clearflight Solutions, bekend van de robotvogel, aan.
