HomeNieuwsFragile, please handle with care. Understanding and supporting professionals’ response to suspicions of child abuse and neglect

Fragile, please handle with care. Understanding and supporting professionals’ response to suspicions of child abuse and neglect PhD Defence

Ieder kind heeft het recht om veilig en gelukkig op te groeien. Helaas lukt het meer dan honderdduizend ouders in Nederland niet om hun kind te bieden wat het nodig heeft of zijn zij gewelddadig naar hun kinderen toe. Kindermishandeling heeft een leven lang impact en soms is het zelfs fataal. De omvang en gevolgen maken duidelijk dat het voorkomen en stoppen van kindermishandeling belangrijk is. Dit wordt ook wel secundaire preventie genoemd. Omdat ouders en kinderen niet vaak zelf aan de bel trekken als het niet goed gaat, hebben professionals  die met kinderen werken in de afgelopen twee decennia een steeds grotere rol gekregen bij de aanpak van kindermishandeling. Om professionals hierbij te ondersteunen zijn richtlijnen opgesteld.

Op 7 juni promoveert Annemieke Konijnendijk op haar proefschrift over Kindermishandeling aan de Universiteit Twente. Voorafgaand aan deze promotie organiseert de Academische Werkplaats Jeugd Twente een minisymposium: “Kindermishandeling; handelen van de professional”, aanvang 10.00 uur. In het proefschrift is de volgende vraag beantwoord: Waarom leven Nederlandse professionals die met kinderen werken, met name in de jeugdgezondheidszorg (JGZ), wel of niet richtlijnaanbevelingen met betrekking tot de secundaire preventie van kindermishandeling na, en hoe kunnen JGZ-professionals ondersteund worden bij het naleven van deze aanbevelingen?

Waarom wel of niet naleven van richtlijnen kindermishandeling?

De resultaten laten zien dat JGZ-professionals niet altijd kernactiviteiten uitvoeren, ook al waren de meeste ondervraagden zich bewust van de richtlijn en de inhoud ervan en stonden zij over het algemeen positief tegenover de richtlijn en het gebruik ervan. De resultaten laten verder zien dat veel factoren een rol kunnen spelen bij het wel of niet naleven van de richtlijn. Vooral het vergeten om de richtlijn erbij te pakken bleek een cruciale reden voor het niet uitvoeren van richtlijnactiviteiten. Één onderzoek zoomde in zich op één richtlijnactiviteit, het raadplegen van de aandachtsfunctionaris kindermishandeling die de professional kan ondersteunen, adviseren en coachen bij vermoedens van kindermishandeling. Dit onderzoek toonde aan het vergeten van deze activiteit een belangrijke invloed had op de mate waarin de aandachtsfunctionaris daadwerkelijk om advies werd gevraagd. Ook bleken professionals die een positievere houding en overtuigingen hadden ten aanzien van de aandachtsfunctionaris meer geneigd te zijn om de aandachtsfunctionaris om advies te vragen. Dit gold ook voor professionals die zich meer aantrokken van volgzaam gedrag van collega’s en de meningen en verwachtingen van collega’s over het raadplegen van de aandachtsfunctionaris.

Het onderzoek over het inwinnen van informatie bij professionals van andere organisaties liet zien dat professionals vooral JGZ-professionals zouden consulteren bij vermoedens van kindermishandeling. De drie factoren die het vaakst als bevorderend werden genoemd voor het inwinnen van informatie betroffen de mate van ondersteuning of hulp die de respondent ontvangt, de mate waarin de respondent verwacht dat de professional van de andere organisatie actie zal ondernemen, en de manier waarop de respondent wordt bejegend. Er werden geen duidelijke belemmerende factoren gevonden.

Ondersteunt een digitaal hulpmiddel het naleven van de richtlijn?

Om JGZ-professionals te ondersteunen bij het werken met richtlijnen is een digitaal hulpmiddel ontwikkeld, dat geïntegreerd is in het elektronische kinddossier. Vervolgens is dit hulpmiddel geïntroduceerd bij de helft van de JGZ-professionals werkzaam bij GGD Twente en geëvalueerd: helpt de richtlijn bij het uitvoeren van richtlijnactiviteiten? De resultaten over het digitale hulpmiddel gaven geen eenduidig beeld. Er werd in dit onderzoek geen effect van het digitale hulpmiddel op het uitvoeren van richtlijnactiviteiten aangetoond. Wel zijn er aanwijzingen dat het hulpmiddel het gebruik van de richtlijn makkelijker maakt: professionals in de interventiegroep besteedden gemiddeld 38 minuten minder tijd aan het zoeken naar relevante richtlijninformatie vergeleken met professionals in de controlegroep.