Het oudste studentenhuis van Enschede

“Wij studeerden niet, wij waren student.“ Het naar eigen zeggen oudste studentenhuis van Enschede, aan de Oldenzaalsestraat 308, stamt uit oktober 1968. De naam van dit huis? ‘OD 308’.

OD (de afkorting van Oude Delft) stond aan de basis van het verlaten (door studenten) van de campuswoningen en werd in 1968 door rector magnificus Willem van Spiegel officieel geopend als eerste studentenhuis in de stad. Het huis dankt zijn naam aan het feit dat de eerste bewoners deels uit Delft kwamen, waar de Oude Delft een bekende straat is vol studentenhuizen.

In 1964 startte de eerste lichting studenten op de gloednieuwe campus van de Technische Hogeschool Twente. Tot 1968 gold voor studenten een ‘campusplicht’. Daarna mochten ze overal ‘op kamers’. Of OD 308 werkelijk het oudste studentenhuis is? Andere huizen zullen het betwisten, beseft oud-bewoner Stan van Rosmalen ten tijde van het lustrum in 2018. “Om het met 100 procent zekerheid te zeggen is lastig. Maar wij hebben de officiële documenten van de oprichting, zij niet.”

Wat kenmerkt OD 308? “We zijn een huis voor mensen die een actief studentenleven willen. Van oudsher zijn bewoners lid van bijvoorbeeld studentenverenigingen Taste of Audentis. De eerste bewoners van het huis waren ook de oprichters van de Drienerlose Hockey Club op de campus. En ook binnen ons huis organiseren we veel. We eten samen, gaan jaarlijks een weekeinde weg of besluiten ineens om naar een sportwedstrijd te gaan. Dat moet je leuk vinden. Als we een nieuwe bewoner zoeken, dan kiezen we een student die binnen dat plaatje past.’

Guus Tromp, Gerard Nunninkhoven, Jan Dopper en Ben van der Lugt behoren tot de eerste lichting van zes bewoners. Twee zijn er al overleden. Bij het lustrum keken ze hun ogen uit. “Oh kijk nou toch eens. Een strijkplank. Ze hebben nu een strijkplank.” In de tijd van Guus Tromp werd er niet gestreken. Het studentenleven is immens veranderd. “Wij hadden er geen. Maar ik heb eerlijk gezegd ook geen idee hoe wij het deden.” Twee trouwden een Enschedees meisje. Alle vier maakten ze behoorlijk carrière. Dopper en Tromp onder andere bij de biochemische reus Gist-Brocades (later DSM). Nunninkhoven als bedrijfskundige en marketier. Alleen Van der Lugt zei de techniek echt vaarwel. Hij werd jurist en later Officier van Justitie. Onder andere bij de Almelose rechtbank. De vier hebben nog altijd veel contact met elkaar, zeker één keer per jaar dineren ze samen. “We zijn echt beste vrienden geworden. Als je 365 dagen per jaar in één huis woont, krijg je een hechte band. Hadden jullie wel eens bonje? Nee, nee. Mannen niet. We hebben geen dag ruzie gehad. Nog geen uur. Het was de beste tijd van mijn leven”, vindt Tromp. “Een gouden tijd. Wij studeerden niet, wij waren student!”

In het trappenhuis hangt van alle bewoners een portret. De keuken is goed opgeruimd. De vijf kamers zijn dat ook. De badkamer is ‘opvallend schoon’. De indeling van de kamers is nagenoeg hetzelfde als 50 jaar geleden. Behalve de zolder. Die bestond toen uit twee kamers, maar dat mag niet meer van de brandweer. “Het is knap onderhouden, hoor. En een stuk schoner dan in onze tijd. Bij ons moest je in de keuken een paraplu ophouden, anders viel bij het koken het kalk van het plafond op je hoofd.”

Bron: o.m. TC Tubantia 1 sept 2018