De Perforator

Meer lezen over de geschiedenis van de Universiteit Twente?

Deze perforator is voor mij het symbool van wat ik op de THTwente heb geleerd. Ik heb daar nu al meer dan 40 jaar plezier van, van die perforator en die opleiding.


De reden dat ik indertijd, 1968, voor Twente koos en niet Delft of Eindhoven was het idee wat toen werd overgebracht dat men het daar wat anders ging doen: voor alle opleidingen gelijke algemene propedeuse, een baccalaureaat en het feit dat er nog geen ‘vastgeroeste opleidingsstructuur’ was en je dus wat dwars (in beide betekenissen) door de opleiding, en met keuzevakken ook bij andere opleidingen, heen kon. Chemie was mijn keuze maar ik was zeker ook wel geïnteresseerd in wat er nog meer kon en gebeurde in de praktijkgerichte wetenschap.  En in Twente kon ik daar wat mee.

Die perforator was een resultaat van het practicum werkplaatstechniek. Je leerde hoe een ontwerp dat je zelf ook nog op papier moest te tekenen vertaald werd naar ‘hoe maak je dat dan’. Het lijkt natuurlijk helemaal niets, een paar dagen werkplaats ervaring. Maar ik heb er in de loop van de jaren in mijn loopbaan met allerlei bochten en overstappen, altijd heel veel plezier van gehad. Je kunt meedenken met hele diverse bedrijven als je niet alleen in ingenieursformules kunt denken maar je ook kunt voorstellen hoe iemand het dan ook moet maken. Dat gold voor meer onderdelen van de opleiding in Twente. Die breedte, van draaibank tot kwantummechanica, is voor mij altijd een soort ‘zwitsers zakmes’ geweest. Op onverwachte momenten had je er opeens plezier van.

Daarnaast bood zo’n jonge universiteit met nog weinig studenten een enorm speelveld voor inzet in de opleiding en op de campus in besturen, redacties, commissies, raden, assistentschappen etc.  waar ík in elk geval, gretig ben ingesprongen. Ik heb er een tiental gedaan, toen kon je zonder veel problemen ook ietsje langer studeren. Twente was nog niet de ondernemende universiteit, maar het bood wel al ruimte voor de ondernemende student.

Als een specifieke gebeurtenis voor mijn timeline voor mij eruit springt, is dat voor de opleiding het bestuurslidmaatschap van Alembic en voor de campus medeoprichter en bestuurslid van de Bellettrie bibliotheek. De eerste bood ons de gelegenheid om kennis te maken met de medewerkers van de opleiding en met de universitaire wereld, binnen de chemie, elders in Nederland. Je leerde organiseren en managen. Ik was het jaar daarvoor ook betrokken bij de tentoonstelling ‘Één en al chemie’ ter gelegenheid van de opening van het nieuwe chemie gebouw. (dat daarna nog maanden naar synthetische rozengeur heeft geroken).
De Bellettrie bibliotheek was een initiatief in 1969 om naast de wetenschappelijke bibliotheek ook ander leesvoer aan de studenten te kunnen aanbieden. Dat werd vanuit de campus van harte ondersteund. Ons werd binnen grenzen de vrije hand gelaten. Uiteindelijk kregen we een plek binnen de net geopende Bastille. De organisatie en de inrichting daarvan, door een afstudeerder van de AKI, was een project waar ik ook veel van heb geleerd, hoe je dat doet, en ook soms hoe het niet moet.

Twente heeft mij de gelegenheid geboden veel te leren, op heel verschillende gebieden. Daar ben ik blij mee, dankbaar voor en trots op. Ik ben een THTwentenaar!

Deze herinnering is ingezonden door Jan Venselaar.