Smelten

Waarschijnlijk heb je in de derde klas het model hiernaast gehad om de verschillen tussen een vaste stof en een vloeistof te verklaren. In een vaste stof zitten de moleculen netjes op hun plaats en trillen alleen een beetje. In een vloeistof kunnen de moleculen door elkaar heen bewegen. Hierdoor houdt een vaste stof zijn vorm, terwijl een vloeistof kan stromen.

 

Opdracht (W4) Werkblad

Als water gaat bevriezen, blijft het ijs op het water drijven. Water is een van de weinige stoffen waarbij de vaste fase (ijs) drijft op de vloeibare fase (water). Bovenstaand model van vaste stof en vloeistof voldoet dus niet voor water, we zullen het model moeten aanpassen. Hieronder staan een meer uitgewerkt model van ijs.

Opdracht (W5) Werkblad

De stippellijn tussen twee watermoleculen is de weergave van een vrij zwakke binding, de waterstofbrug of H-brug. De waterstofbrug is ongeveer vijf keer zo zwak als de binding tussen een H- en een O-atoom in het watermolecuul. Door de waterstofbrug richten de moleculen in ijs zich naar elkaar.

Opdracht (W6) Werkblad

Bedenk welke informatie (illustraties, stukken tekst) je kunt gebruiken voor de folder. Zet deze informatie vast weg op een diskette of op de harde schijf.